Voor dat je begint met het breien van je allermooiste sokken is het van belang dat de sokken in de juiste maat gaat breien. Er zijn een paar dingen waar je rekening mee moet houden:
- de lengte van je voet
- de breedte van je voet
- de steekverhouding van het garen wat je gaat gebruiken
Zo meet je je voetlengte
Maak een omtrek van je voet op papier
Zet een streep op het hoogste punt
Zet een streep op het laagste punt
Meet de lengte tussen deze 2 punten
Zo meet je je voetbreedte
Leg een meetlint net voor de tenen om de voet.
Brei een proeflapje
Het beste is dat het het proeflapje in het rond breit. Als je in het rond breit brei je niet afwisseld recht en averecht, hierdoor wordt het breisel vaak wat strakker en dat heeft weer invloed op de steekverhouding.
En eigenlijk ben je er dan nog niet. Een sok moet mooi om je voet en onderbeen heen sluiten. Anders gaat hij draaien en blijft hij niet goed zitten. Je gaat gebruik maken van negatieve ruimte. Dat betekent dat je de sok wat kleiner en smaller breidt dan je voet. Voor de lengte brei je de sok 5% kleiner dan je voetlengte. Voor de voetbreedte brei je de sok 10% smaller.
Je kan nu de volgende formule gebruiken om te weten hoeveel steken je moet opzetten bij welke maat:
voetbreedt x 0,9 x (aantal steken in 10 cm)
Een voorbeeld
Mijn voeten hebben een voetbreedte van 22,5 cm en de stekenproef geeft aan dat er 30 st in 10 cm zitten. De formule wordt als volgt:
22,5 cm x 0,9 x 3 = 60,75 st. Dit kan je afronden naar 60 opzetsteken.
De totale voetlengte voor mijn sokken wordt 23 x 0,95 = 21,85 = 22 cm.
Ik gebruik deze formules om een richtlijn te geven hoeveel steken je kan opzetten voor het garen wat je hebt gekozen op de site. Ik ben uitgegaan van een sok in tricosteek. Als je een andere steek gaat gebruiken zal je daar weer eerst een stekenproef van moeten maken, om te achterhalen hoeveel steken er in 10 cm zitten van het door jou gekozen patroon.
Bron:
Custom socks – Kate Atherley
Sock architecture – Lara Neel